Yannick Smits - Jongeren, Leiden
Wolken, jullie
Die dansen in een grauw gekleurde lucht
Doorspekt met tinten en lichtje blosjes
Alsof de zon met rode konen
Zich scherp achter jullie aftekent
En ze schaaft met haar stralen partjes wolk
Spint ze tot druppels bijeen die vallen
Droppelende druppels, die traag en teer
Kletteren en klateren op de ramen en de daken
Als tranen met tuiten
En de bomen kleden zich uit
Als de wind daar hard en bars om vraagt
Ze neemt hun blad mee met een schreiende teug
En vervoert dat naar waar moedertaal noch vaderland reiken kan
Waar het buiten wild en onstuimig en wild tekeergaat
Vlei, en vrij, ik mij naast haar en zij zich naast mij
Als onze kamer gegijzeld wordt door de wind en gegeseld door de regen
In een bui waar zij noch ik vat op krijgen kan
Rauw, ruw en ruig weer
Sluit de buitenwereld ons binnen in
Dichterbij dan dit kan ons zijn niet worden
In een werende en wenende donkerte als deze
En neem mij in je armen, omhels en laat niet gaan
Tot het moment dat je je handen weer nodig hebt
Om je ogen te beschermen tegen de koele ochtendzon
Als het donker rafelen gaat.